Agro-ecologie in land- en tuinbouweducatie: Verkenning van de situatie in Vlaanderen

    Research output: Book/ReportReport

    304 Downloads (Pure)

    Abstract

    De modernisering van het landbouw- en voedselsysteem heeft er enerzijds toe geleid dat voldoende voedsel tegen een lage prijs wordt geproduceerd, maar anderzijds bracht dit heel wat negatieve neveneffecten met zich mee voor het milieu, voor de mens en ook specifiek voor de boer. Als antwoord op deze negatieve gevolgen worden verschillende pistes bestudeerd. Een groot deel van het huidige onderzoek gaat naar de ontwikkeling van technologieën en praktijken om externe hulpbronnen efficiënter te benutten (resource efficiency). Daarnaast zoeken wetenschappers aan de hand van een relatief jonge onderzoeksaanpak naar oplossingen via een (her)integratie van natuurlijke en sociale processen —een systeem-ecologische benadering dus. Deze agro-ecologische innovatie probeert het landbouw- en voedselsysteem te verduurzamen door ecologische en socio-economische problemen samen aan te pakken.

    Een agro-ecologische aanpak vergt andere competenties van de landbouwer en dus ook aangepaste (nieuwe) educatievormen. Vele verschillende vormen van educatie dragen samen bij tot wat globaal aan kennis en perceptie bestaat in een samenleving, ook omtrent landbouw en voeding. Met het oog op een maatschappelijk gedragen promotie van de agro-ecologische principes in de toekomstige landbouw in Vlaanderen, is het van belang dat de diverse vormen van educatie op elkaar zijn afgestemd. Deze moeten ervoor zorgen dat de principes van agro-ecologie op adequate wijze kunnen verankerd geraken in de kennis en knowhow van land– en tuinbouwers en in het maatschappelijk denken rond duurzame voedselproductie en consumptie.

    Het project “Agro-ecologie als hefboom voor educatie voor duurzame land- en tuinbouw: doorlichting van actoren, aanbod, omkadering en aanbevelingen voor het beleid” heeft als doelstelling: (i) invulling geven aan de concepten ‘agro-ecologie’ en ‘educatie’ en de link tussen beide: o.a. welke competenties zijn noodzakelijk om agro-ecologie in de praktijk te laten doorstromen? (ii) inventarisatie van de mate waarin agro-ecologie op dit moment aan bod komt in de vorming en educatie (formeel, non-formeel en informeel) van (toekomstige) land- en tuinbouwers; (iii) formulering van beleidsaanbevelingen en –acties met als doel de integratie van agro-ecologie als volwaardig alternatief in de vorming en educatie van toekomstige land- en tuinbouwers.

    Om deze doelstelling te bereiken kozen we voor een aanpak gestoeld in agro-ecologisch onderzoek, met een systemische en participatieve aanpak als basisvereisten. Vanuit dit standpunt werd een participatief traject uitgewerkt om de betrokkenheid van alle relevante stakeholders te garanderen, met de zoektocht naar concrete, actiegerichte en realistische beleidsaanbevelingen als drijvende factor. Stakeholderparticipatie helpt om de standpunten van verschillende stakeholdergroepen in kaart te brengen, laat toe dat verschillende informatiebronnen (literatuur, praktijk en stakeholders) met elkaar interageren in functie van een goede kenniscompilatie en zorgt voor draagvlak voor de implementatie van de beleidsaanbevelingen. Dit participatief traject werd binnen het huidige project vormgegeven via 3 organen, met elk hun eigen rol in het participatieproces: een stuurgroep, een brede klankbordgroep en een expertgroep (Figuur 1).
    De rol van de stuurgroep was om doorheen het onderzoeksproces knopen door te hakken, bij te sturen en ultiem beslissingen te nemen. Onder meer zagen zij toe op de interpretatie van de begrippen agro-ecologie en educatie gedurende gans het participatieve traject, stuurden zij de timing bij waar nodig en adviseerden zij over mogelijke kennisbronnen voor het project. Binnen de stuurgroep waren zowel experts op vlak van educatie en experts in het domein agro-ecologie vertegenwoordigd. De stuurgroep kwam 6 keer bijeen en bestond uit 13 leden.
    Original languageDutch
    Place of PublicationMerelbeke
    PublisherInstituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek
    Volume232
    Number of pages150
    Publication statusPublished - Apr-2017

    Cite this