Bestrijding van Campylobacter jejuni kolonisatie en uitscheiding bij vleeskippen door middel van organische zuren en antibacteriële componenten geproduceerd door melkzuurbacteriën

    Projectdetails

    Beschrijving

    Centrale onderzoeksvraag/doel
    Met Campylobacter jejuni besmet pluimveevlees is de belangrijkste bron van campylobacteriose bij de mens. Bestrijdingsmaatregelen tijdens de primaire productie, gericht op een reductie van C. jejuni kolonisatie bij braadkippen, kunnen het aantal humane campylobacteriosegevallen sterk verlagen. Dit onderzoeksproject stelt de vraag of het mogelijk is om de Campylobacter kolonisatiegraad en uitscheiding te reduceren bij braadkippen door organische zuren, plantaardige componenten en antibacteriële stoffen te gebruiken.     

    Onderzoeksaanpak
    In een eerste luik is onderzocht of middellange keten vetzuren de invasiviteit van C. jejuni  in intestinale epitheelcellen beïnvloedden.  In een tweede luik zijn meer dan 1200 melkzuurbacteriën, meerdere botanische stoffen zoals prei-en knoflookextract en essentiële oliën gescreend op hun vermogen om C. jejuni af te remmen.  De stammen en stoffen met de grootste anti-Campylobacter activiteit zijn verder getest via in vitro simulaties van het kippencecum en in dierproeven.

    Relevantie/Valorisatie
    Middellange keten vetzuren hebben weinig effect op de invasitiviteit van C. jejuni  in de intestinale epitheelcellen. Zes stammen met anti-Campylobacter activiteit op plaat zijn verder geëvalueerd op hun vermogen om Campylobacter te inhiberen in een fermentor waarin het kippencecum wordt gesimuleerd. Eén bacterie, nl. Enterococcus faecalis, blijkt in staat om de Campylobacter aantallen in de fermentor tien keer te reduceren. Vervolgens zijn in vivo experimenten met vleeskuikens uitgevoerd. Daar hebben we aangetoond dat deze stam wel in staat was om de Campylobacter aantallen in de ceca licht te verlagen, maar niet in staat was om de overdracht van besmette dieren naar niet-besmette dieren te voorkomen of te vertragen. In de fermentor blijkt allicine, een knoflookextract, in staat om de Campylobacter aantallen te reduceren tot onder een detecteerbaar niveau. In de dierproef is het anti-Campylobacter effect van het lookextract echter veel minder waarneembaar. Opnieuw zien we daar enkel een trend naar lagere cecale Campylobacter aantallen. Wellicht wordt de activiteit van de allicine verhinderd door de aanwezigheid van mucine, door chemische verbindingen en de cecale achtergrondflora. Aangezien wel een lichte trend waarneembaar was, is het interessant om deze pistes verder te onderzoeken door bijvoorbeeld te coaten of te gaan combineren met andere stammen of stoffen met anti-Campylobacter activiteit.

    Financiering
    FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu

    Externe partner(s)
    Ugent - Fac. Diergeneeskunde
    AcroniemCAMPOUL
    StatusVoltooid
    Effectieve start/einddatum1/01/0931/12/12

    Data Management Plan vlag voor FRIS

    • DMP niet aanwezig

    Vingerafdruk

    Bekijk de onderzoeksonderwerpen aangekaart door dit project. Deze labels worden gegenereerd op basis van de onderliggende toekenningen/beurzen. Samen vormen ze een unieke vingerafdruk.