Algemeen kaderHoe kan meer energie vrijgesteld worden uit Engels raaigras zodat de koe efficiënter graseiwit kan omzetten naar melk- en vleeseiwit en minder stikstof vrijstelt via de urine? Engels raaigras is veruit de belangrijkste grassoort in Vlaanderen, omwille van een hoog eiwit- en energiegehalte. Tot 40% van het eiwit wordt echter niet gebruikt door de herkauwer door een te hoge verhouding eiwit/energie in het raaigrasvoeder. Het energiegehalte van Engels raaigras wordt bepaald door het gehalte wateroplosbare koolhydraten ("snelle suikers") en het gehalte structurele koolhydraten in de celwand ("trage suikers"). Het gehalte snelle suikers verder verhogen is weinig zinvol, omdat dan te veel energie tegelijk vrijkomt wat leidt tot pensverzuring. Als we erin slagen om de vrijstelling van trage suikers uit de celwand te verhogen, zal meer energie geleidelijk beschikbaar worden, waardoor geen pensverzuring meer optreedt. De huidige strategie is om de hoeveelheid lignine, een kleefstof in de celwand, te verminderen waardoor de celwandverteerbaarheid toeneemt en de trage suikers toegankelijker worden voor enzymatische afbraak in de pens.
OnderzoeksaanpakWe voeren een diepgaande beschrijvende studie uit over de relatie tussen het ontwikkelingsstadium van de plant en de celwandverteerbaarheid bij Engels raaigras. Hiervoor onderwerpen we 15 contrasterende genotypes aan een gedetailleerde analyse, waarbij de celwandsamenstelling en de voederkwaliteit wordt vastgesteld bij verschillende stadia (vegetatief, doorschieten en bloei), seizoenen (voorjaar en najaar) en organen (blad, schede en stengel). Op basis van dit gedetailleerd onderzoek stellen we een protocol op om een diverse collectie van 600 genotypes te fenotyperen voor celwandverteerbaarheid. Verder worden kandidaatgenen en polymorfismen (genetische merkers) geïdentificeerd in een databank met RNA-sequenties van 14 genotypes van Engels raaigras. De gevonden merkers worden gegenotypeerd in dezelfde set van 600 genotypes. De fenotypische en genotypische data gebruiken we tot slot voor een associatiemapping, waarbij het verband tussen genetische merkers in verschillende kandidaatgenen en een verhoogde celwandverteerbaarheid nagegaan wordt.
Relevantie/ValorisatieVia de eerste beschrijvende studie verwachten we een beter inzicht in het kenmerk celwandverteerbaarheid bij Engels raaigras. Deze kennis op fenotypisch niveau kan geïntegreerd worden in een betere graslanduitbating en in klassieke veredelingsprogramma's. Fenotypische selectie kan gecomplementeerd worden met merkergestuurde selectie, dat dankzij recente ontwikkelingen in de biotechnologie een haalbare kaart is geworden. De genetische merkers die we vinden in deze studie kunnen toegepast worden in veredeling. Dit biedt als voordeel dat planten reeds in een vroeg ontwikkelingsstadium gescreend kunnen worden. De selectie van ideale combinaties van merkers wordt mogelijk. Via de combinatie van merkergestuurde en fenotypische selectie kan gerichter een nieuw elite ras opgebouwd worden.