Algemeen kaderDe toenemende courgetteteelt in Vlaanderen wordt steeds vaker geconfronteerd met aantastingen van virussen. Het betreft hierbij voornamelijk bladluis-overdraagbare virussen zoals courgettegeelmozaïekvirus (ZYMV), watermeloenenmozaïekvirus (WMV), papayakringvlekkenvirus (PRSV) en het komkommermozaïekvirus (CMV). Met dit onderzoeksproject willen we de beperkte kennis omtrent de insleep en verspreiding van deze virussen uitdiepen. Het is de bedoeling om via een gedegen epidemiologische studie en onderzoek naar effectieve controlemaatregelen een gerichte en duurzame beheersingsstrategie uit te werken en in de praktijk te brengen.
OnderzoeksaanpakEr zijn vier werkpakketten. In de eerste twee werkpakketten brengen we de insleep en verspreiding van zowel de virussen als de vectoren in kaart. In het derde werkpakket onderzoeken we mogelijke controlemaatregelen zoals cultivarkeuze, beheer van bronwaardplanten of vectorbestrijding. In het vierde werkpakket ontwikkelen we een beheersingsstrategie op basis van de behaalde resultaten en stellen we deze voor aan de sector.
Relevantie/ValorisatieDe courgetteteler, de consument en het leefmilieu hebben voordeel bij deze studie. Als we een geïntegreerde beheersingsstrategie voor de verschillende courgettevirussen kunnen laten implementeren op basis van een pakket aan maatregelen, dan resulteert dit in een kwalitatief evenwaardig product dat op een duurzamere manier wordt geteeld. Een reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen resulteert ook in een verminderde milieubelasting en voorkomt resistentieontwikkeling bij de vectoren. Het terugdringen van de virusschade moet leiden tot een nieuwe impuls om de trend van courgette als sterk groeiende teelt te kunnen blijven doortrekken in de toekomst.