Effect van droogstandsrantsoen op kalverfysiologie

    Projectdetails

    Beschrijving

    Algemeen kader
    Dit onderzoeksproject focust op de optimalisering van het voeder bij hoogproductieve melkkoeien in een welbepaalde fase - de droogstand -, om een aantal specifieke problemen rond lactatie te lenigen. Concreet worden twee verschillende droogstandsrantsoenen uitgetest om het effect vast te stellen op 1. de volgende lactatie bij het moederdier, 2. de biestkwaliteit van de moeder en dus op de gezondheid van het kalf en 3. het geboortegewicht, de groei en de ontwikkeling van het kalf.  De periode van droogstand (bedoeld om het uierweefsel te laten recupereren voor de nieuwe melkcyclus begint) bevindt zich op het einde van de lactatie, zo’n 6 tot 8 weken vóór de volgende kalving. Een goed droogstandsmanagement is noodzakelijk ter reductie van gezondheidsproblemen bij het kalf en van metabole problemen tijdens de overgang van droogstand naar lactatie.

    Onderzoeksaanpak
    De hypothese is dat, naast een goede mineralenvoorziening, het aangewezen is om de energie-opname tijdens de droogstand te beperken. Dit kan op diverse manieren gebeuren. Koeien worden op moment van droogzetten at random ingedeeld in één van beide groepen. De controlegroep krijgt een droogstandsrantsoen dat bestaat uit maïskuil, gehakseld stro en een kern van droogstandsmineralen. De andere groep krijgt naast de droogstandsmineralen een rantsoen zoals van lacterende dieren, dat sterk energetisch verdund wordt door het toevoegen van voldoende gehakseld stro. Bij alle droogstaande dieren wordt de individuele voederopname geregistreerd, en het gewicht bij het begin en het einde van de droogstand. Daarnaast wordt de lichaamsconditie gescoord op een schaal van 1 tot 5 en wordt de bekkenvetdikte gemeten door middel van ultrasound. We volgen ook de melkproductie en melksamenstelling op tijdens de eerste 60 dagen van de lactatie. De vaarskalfjes wegen we net na de geboorte en dan verder tijdens de opfok op 3, 6, 12 en 18 maand leeftijd. Daarnaast wordt de biestkwaliteit bepaald met een colostrumkwaliteitsmeter en wordt de passieve immuniteit van de kalfjes gemeten op de leeftijd van 3 dagen.

    Relevantie/Valorisatie
    Dit onderzoek levert praktische kennis op voor de melkveehouders in Vlaanderen. Terwijl het droogstandsmanagement zich nu volledig richt op de gezondheid van het moederdier zijn de (mogelijke) effecten op het jongvee voor de melkveehouder zeker ook belangrijk, alleen minder direct waarneembaar. De onderzoekers engageren zich om de resultaten te verspreiden via de landbouwpers en waar mogelijk ook via internationale wetenschappelijke publicaties.

    Financiering
    ILVO - Instituut voor Landbouw-, Visserij- en voedingsonderzoek

    Externe partner(s)
    Ugent - Fac. Diergeneeskunde
    AcroniemMELKDROOG
    StatusVoltooid
    Effectieve start/einddatum1/09/1231/12/14

    Data Management Plan vlag voor FRIS

    • DMP niet aanwezig

    Vingerafdruk

    Bekijk de onderzoeksonderwerpen aangekaart door dit project. Deze labels worden gegenereerd op basis van de onderliggende toekenningen/beurzen. Samen vormen ze een unieke vingerafdruk.