Algemeen kaderHet ILVO laboratorium doet een grondige monitoring van de actuele problemen met fytoplasma in de Vlaamse land- en tuinbouw. Daarnaast is het ook een van de hoofdbetrachtingen om snel in te spelen op (opkomende) fytoplasma-ziekten van fytosanitair belang, d.w.z. de verworven inzichten te laten implementeren in maatregelen en beheersing. Wij geven meest aandacht aan die teelten die van groot economisch belang zijn voor onze regio, bijv. aardappelen, sierteelt, groenten en fruit.
OnderzoeksaanpakVia de brede monitoring selecteren we welke fytoplasma-problemen een doorgedreven projectmatige studie vergen. Door middel van een specifiek onderzoeksproject ontleden we deze problemen van nabij. De quarantaineziekten veroorzaakt door fytoplasma’s volgen we dan weer op via gerichte surveys (statusbepalingen) en epidemiologisch onderzoek. Dit gebeurt meestal op nationaal vlak, ondermeer via contractueel onderzoek (FOD gefinancierd). Zo voeren we bijvoorbeeld een studie uit naar de status van het aardappelstolburfytoplasma en appelproliferatie & perenaftakelingsziekte. Anderzijds nemen we actief deel aan projecten in Europees netwerkverband (het EUPHRESCO Era-net). Zo participeren we in epidemiologisch onderzoek naar aardappelfytoplasma’s, ‘bois noir’ in druif en grootfruit fytoplasma’s . De noodzakelijke kwaliteit en vernieuwing inzake methodologie realiseren we door deel te nemen aan interlaboratoriumtesten voor diverse nieuw ontwikkelde moleculaire testen.
Relevantie/ValorisatieDe actieve opvolging van de fytoplasma-problematiek in Vlaanderen moet zorgen voor een snelle reactie vanuit wetenschappelijke hoek zodat grote economische impact van de ziekten kan worden ingeperkt. Dit is eigenlijk ook het geval voor de quarantaine ziekten veroorzaakt door fytoplasma’s. Door een beter inzicht in de omvang en geografische spreiding van het probleem, door meer kennis van de epidemiologie, zoals bijvoorbeeld over het overdrachtsrisico door diverse vectoren, kan de problematiek sneller en gerichter aangepakt worden. Ook wordt op die manier waardevolle informatie aangeleverd aan de bevoegde overheden om de aan de Q-status gekoppelde reglementering te evalueren en eventueel aan te passen aan de reële situatie.