Algemeen kaderOver Vlaamse privétuinen, die alle samen het ‘tuincomplex’ vormen, bestaan er tot nu toe nauwelijks systematische data. Deze doctoraatsstudie onder promotorschap van ILVO en van het departement Aard- en Omgevingswetenschappen (KU Leuven) bouwt basiskennis omtrent het tuincomplex op om een beleid (qua ruimtelijke planning, landbouw en milieu) te faciliteren. De onderzoeksvragen zijn kwantitatief en kwalitatief: het doel is om de tuinstructuren zelf en de eraan verbonden diensten te analyseren, en om het nut en toepassingsveld van tuinen in kaart te brengen en bijgevolg de strategische waarde en het gewenste beheer en management. Eén privétuin is als studieobject door zijn minieme omvang eerder triviaal. Alle tuinen samen - met de nieuwe benaming 'tuincomplex'- vormen een regionale landschappelijke structuur en een semi-natuurlijke collectieve hulpbron. Een logische lange termijn doelstelling is om het begrip 'tuincomplex' te laten erkennen als officiële landgebruikcategorie, zodat het een factor wordt in de landgebruikstatistieken, ruimtelijke planning en milieumonitoring.
OnderzoeksaanpakWe inventariseren en identificeren de structuur van de Vlaamse privétuinen. We analyseren verwante diensten en hun impact, zo bijvoorbeeld de impact van meststoffengebruik op de bodemvruchtbaarheid van tuinbodems. We karakteristieken voedselproductie in privétuinen vanuit het perspectief van veerkracht. Daarbij combineren we verschillende methoden, waaronder luchtfotoanalyse en GIS-technieken, internet- en huis-aan-huis enquêtes, kwalitatieve interviews en ontwerpend onderzoek. Uit de complexe analyse van de vele en heterogene bestudeerde individuele tuinen en hun eigenaars distilleren we denkpistes rond de vraag hoe we het 'tuincomplex' meer tot algemeen nut kunnen laten dienen.
Relevantie/ValorisatieMet dit onderzoek plaatsen we privétuinen op de beleids- en onderzoeksagenda’s. We verwachten dat het concept tuincomplex in de nabije en verdere toekomst een rol kan spelen in de strategieën rond voedselzekerheid, milieubeheer, waterbeheer en klimaatadaptatie. Zeker in sterk versnipperde gebieden zoals Vlaanderen lijkt het aangewezen om niet alleen rekening te houden met de zuivere en sectorale landgebruikcategorieën, maar hoe langer hoe meer ook met de hybride omgevingen en ruimtelijke en functionele interfases van de Vlaamse realiteit. De doctoraatsstudie levert basiskennis aan en geeft een eerste indicatie voor beleidspistes die het tuincomplex als waardevolle landschappelijke component meenemen.