Centrale onderzoeksvraag/doelWortelknobbelnematoden (Meloidogyne) zijn wereldwijd de belangrijkste groep van plantparasiterende nematoden. In Vlaanderen bedreigen ze economisch belangrijke teelten zoals aardappelen, wortelen, schorseneer en verschillende vruchtgroenten in de serreteelt. Dit onderzoek beoogt een grondige kennisopbouw over hun biologie en populatiedynamiek, om zodoende een tijdige detectie te realiseren, en ook een correcte identificatie, aangepaste teeltrotaties, beheersingstechnieken en beperking van hun verspreiding. Het onderzoek gebeurt samen met Europese partners. Met hen vergelijken we ook onze extractiemethoden, moleculaire identificatietechnieken, o.a. via ringtesten. Voor de akkerteelten focussen we voornamelijk op M. chitwoodi, M. fallax en M. hapla omdat dat in Vlaanderen de belangrijkste soorten zijn. M. chitwoodi en M. fallax zijn bovendien quarantaineorganismen. Voor de teelten in kas zijn de pijlen vooral gericht op biolandbouw (teelt in grond) waar vooral tropische soorten (M. javanica, M. arenaria, …) aanwezig zijn.
OnderzoeksaanpakWe bestuderen de populatiedynamiek van de wortelknobbelnematoden (Meloidogyne) in teeltrotaties. Zo optimaliseren we het tijdstip voor bemonstering en de kennis omtrent de waardplantstatus van verschillende gewassen. Met de studie van de levenscyclus en de biologie kunnen we het aantal generaties per groeiseizoen inschatten. We sporen resistentie op bij de hoofdgewassen en tussenteelten. We onderzoeken de overleving in nevenstromen van de verwerkende industrie en ontwikkelen technieken om verspreiding te voorkomen. We zoeken naar alternatieve teeltmethoden met o.a. 'agro-ecological service crops' en biologische bodemverbeterende middelen die de schade door deze nematoden inperken.
Relevantie/ValorisatieDe verworven kennis laat toe bestaande besmettingen te beheersen en verdere verspreiding te voorkomen. Aangepaste teeltrotaties en andere teelttechnieken, bemonsteringsstrategieën, correcte identificatie en resistentieonderzoek, sturen van het bodemleven bieden een alternatief voor chemische bestrijding in de gangbare landbouw. Deze kennis biedt ook een oplossing voor een van de grootste belemmeringen van de grondgebonden kasteelten in de biolandbouw. De wetenschappelijke kennis ondersteunt bestaande fytosanitaire maatregelen of draagt bij tot de ontwikkeling ervan en dit zowel op nationaal als internationaal niveau.