Algemeen kaderDe invloed van plantarchitectuur op de prestaties van planten in een gemengde gras-klaver weide staat hier centraal. Bij de klassieke veredeling worden planten meestal geselecteerd als aparte planten in monocultuur en niet in competitie met andere soorten (praktijkomstandigheden). Het is dus goed mogelijk dat bepaalde planteigenschappen nodig voor een goed concurrentievermogen in een soortenrijk grasland niet geselecteerd zijn. In dit project wordt de invloed van vertakking (als centraal kenmerk van plantarchitectuur) op de persistentie en opbrengst beoordeeld in praktijkomstandigheden, en dit voor twee belangrijke ingrediënten van complexe graszaadmengsels, nl. voor Engels raaigras (Lolium perenne) en voor rode klaver (Trifolium pratense). Tegelijkertijd willen we de genetische diversiteit van bepaalde vertakkingsgenen opvolgen met behulp van moleculaire merkers.
OnderzoeksaanpakDe correlatie tussen plantarchitectuur en agronomisch belangrijke factoren zoals opbrengst, voederkwaliteit en persistentie onderzoeken we in cultivars met verschillende architectuurkenmerken, dit zowel onder maai- als begrazingsvoorwaarden. Met behulp van moleculaire merkers (SSRs, en SNPs) volgen we de verandering aan genetische diversiteit van vertakkingsgenen in de gemengde percelen onder maaivoorwaarden over een tijdsspanne van 3 jaar. Verder kijken we of de landbouwkundige prestaties van elite vertakkingsgenotypen ook gelden in weideomstandigheden en of door selectie voor verhoogde vertakking de opbrengst en persistentie kan verhoogd worden.
Relevantie/ValorisatieSoortenrijk grasland met klaver is een belangrijke pijler voor bedrijfseigen eiwitproductie in de duurzame landbouw. Engels raaigras vertoont de beste landbouwkundige eigenschappen voor meerjarig grasland gebruikt voor maaien en begrazing. Rode klaver verbetert door zijn hoog eiwit- en onverzadigd vetzuurgehalte de voedingswaarde van het ruwvoeder, wat de kwaliteit van melk en vlees ten goede komt. Verder laat de combinatie van Engels raaigras en rode klaver door een optimale koolstofopslag en verminderde stikstofbemesting een duurzame landbouw toe, die streeft naar een rendabele en kwaliteitsvolle voederproductie.