Algemeen kaderHoe duurzaam is de MSC-gecertificeerde visserij op Atlantische seabobgarnalen (Xiphopenaeus kroyeri) in de kustzone van Suriname? Rond deze onderzoeksvraag heeft ILVO een doctoraatsonderzoek uitgevoerd, om de ecologische impact van de seabobvisserij op het mariene ecosysteem in Suriname te kwantificeren. Dit is gebeurd d.m.v. een habitatkarakterisering en het in kaart brengen van de verspreiding van het bodemleven, inclusief de seabob garnaal. Vervolgens is de rol van seabob garnaal als voedselbron en predator in het lokale voedselweb en de impact van de seabob visserij (o.a. bijvangst) op het plaatselijke ecosysteem bepaald. De studie heeft finaal waardevolle kennis aangeleverd voor een duurzame visserij die opereert met minimale impact op het milieu en met minimale negatieve interactie tussen industriële en artisanale vissers.
OnderzoeksaanpakDe onderzoeker heeft met een commerciële vissersboot de biologische data (densiteit, biomassa, grootte, diversiteit) van zowel de garnalen, het benthos (en mogelijke andere prooigroepen) als de bijvangst (vnl. vissen) verzameld op 15 locaties langsheen 3 transecten in de kustzone van Suriname. Via maag- en vetzuuranalyses is geïnventariseerd wat het voedsel is van de seabob garnaal en van de potentiële predatoren (vnl. vissen). Ten slotte is de ecologische impact van de plankenkorvisserij op het bodemleven beschreven, door de vangssamenstelling (seabob en bijvangst) en de VMS gegevens van de commerciële seabobvisserij te analyseren.
Relevantie/ValorisatieIn 2011heeft de Surinaamse seabobvisserij als eerste een MSC-ecolabel verkregen voor de reeds geleverde inspanningen om de exploitatie van seabob garnalen in Suriname te verduurzamen (o.a. visserijtechnische aspecten o.a. om bijvangst van zeeschildpadden te beperken, beperkte visserijzone, Vessel Monitoring Systems, deelname van stakeholders in het management proces). Door middel van dit wetenschappelijk doctoraatsonderzoek werd de ecologische kennis van de seabobgarnaal, haar leefomgeving en de impact van de visserij beter in kaart gebracht, drie belangrijke randvoorwaarden om het MSC label te kunnen behouden. Het continentaal plat van Suriname herbergt 2 duidelijk afgelijnde ecosystemen: een ‘estuarien’ modderig kustsysteem met meer dan 60 soorten bodemvissen en een overheersende aanwezigheid van de seabob garnaal, en een meer ‘oceanisch’ zandig systeem vanaf de min 30 meter dieptelijn met minder vissoorten, een soortenrijke bodemfauna en vooral geen seabob.
De dieetanalyses laten zien dat seabobgarnalen omnivoor zijn, maar toch kieskeurig. Zij halen het leeuwendeel van hun energie uit microscopische algen die op ondiepe slikplaten groeien, naast diverse roeipootkreeftjes, vlokreeftjes en lucifergarnaaltjes. Seabob zelf wordt door 11 van de 13 meest voorkomende vissoorten gegeten en vormt dus een kanaliserende sleutelfunctie in het locale voedselweb. Een commerciële seabobvangst omvat gemiddeld 200 kg per uur vissen, met 59% seabobgarnalen, 4% grotere vissen (die eveneens worden aangeland) en 37% bijvangst (vooral kleine vissen rond de 10 cm, kwallen en ongewervelde bodemdieren). Ondanks de reeds genomen maatregelen zoals TEDs en BRDs kan en moet deze bijvangst (en zeker de bijvangst van kwetsbare kraakbeenvissen zoals roggen en haaien) nog verder gereduceerd worden. Daarnaast moet toekomstig onderzoek uitwijzen of het ecosysteem de relatief hoge visserijdruk blijvend aankan. Naast het de katalyserende rol van het MSC label in de toepassing van een goede ecosysteembenadering voor de seabobvisserij dient de cruciale rol van de Seabob werkgroep te worden benadrukt, een platform dat alle belanghebbenden (vissers, reders, verwerkers, ngo’s, onderzoekers, beheerders en verantwoordelijken) in de Surinaamse visserij samenbrengt, De kennis en adviezen uit dit doctoraatsonderzoek zijn en worden nog steeds in die werkgroep gebruikt om het duurzaam beheer van de seabobvisserij te optimaliseren.