Standaardisatie van kwaliteitsprocedures voor nucleïnezuurextracties in plantengezondheidsonderzoek

Algemeen kader

Diagnostische laboratoria voor het detecteren van plantpathogenen beschikken na het onderzoeksproject IVENAD over nieuwe, geconsolideerde richtlijnen voor kwaliteitscontrole op het extraheren van nucleïnezuur. Dat is een procedure die in RNA- en DNA-extracties gebeurt, wanneer diagnostische laboratoria en ook  Nationale Plantenbeschermingsorganisaties (NPPO's) vastellingen moeten doen over al dan niet aanwezige plantpathogenen. In het brede plantengezondheidsonderzoek biedt deze standaardisatie een houvast aande labs, en aan de betrokken economische sectoren, want het vinden van plant pathogenen wordt betrouwbaarder.

Onderzoeksaanpak

Meer dan 30 laboratoria werkten samen in dit transnationale project. De eerste stap was een uitgebreide inventarisatie van gebruikte DNA- en RNA-extractiemethoden in plantengezondheidsonderzoek, aangevuld met een literatuurstudie. Op basis hiervan werden theoretisch optimale protocols geselecteerd. In een volgende fase werden 21 interne controles getest op vijf matrices (blad, zaden, knollen, bladstelen en insecten). Uiteindelijk zijn er 14 interne controles geselecteerd voor een interlaboratoriumvergelijking (ILC) op dezelfde matrices. De resultaten van deze ILC vormden de basis voor het schrijven van uniforme richtlijnen.

Relevantie/Valorisatie

De ontwikkelde richtlijnen bevorderen gestandaardiseerde extractieprocedures in diagnostische laboratoria, waardoor resultaten betrouwbaarder en beter vergelijkbaar worden. Dit komt niet alleen de diagnostiek ten goede, maar ook de landbouwsector, door een verbeterde detectie en vroegtijdige bestrijding van pathogenen. De uniforme procedures ondersteunen daarnaast internationale samenwerking en handel door consistentie in diagnostische kwaliteit te waarborgen.