Centrale onderzoeksvraag/doelWe onderzoeken de bodemkwaliteit in termen van weerbaarheid (graad van gevoeligheid voor stress) en veerkracht (herstellingsvermogen van een bodem na stress). Daarbij houden we rekening met belangrijke uitdagingen voor landbouwbodems, zoals meer koolstofopslag (C), het beperken van fosforconcentraties en -uitloging (P), een goede bodemstructuur, gewasopbrengst en gewaskwaliteit. Een belangrijke maatstaf voor de bodemkwaliteit, naast de chemische en fysische eigenschappen, is de microbiologie van een bodem. Daarom gaan we biologische indicatoren zoeken waarmee we de bodemkwaliteit efficiënt kunnen beoordelen. Zo kunnen we maatregelen opstellen die de landbouwer in staat stellen om aan de bodemkwaliteit te werken.
OnderzoeksaanpakILVO beschikt over een ruime dataset van bodemparameters van vijf meerjarige proeven met verschillende beheersmaatregelen. De link tussen de biologische en fysicochemische parameters wordt gemaakt en de relevante biologische indicatoren worden geïdentificeerd. In een volgende stap wordt de bodem in potproeven blootgesteld aan verschillende abiotische en biotische stressfactoren, bijvoorbeeld droogte, polluenten en residuen, ziektes, …. Zowel de diversiteit (welke micro-organismen zijn aanwezig?) als de functies (wat is hun rol in de bodem?) van de bodemmicrobiologie worden bekeken. Zo wordt de weerbaarheid en veerkracht van de bodem in kaart gebracht en gelinkt met mogelijke biologische indicatoren. Met deze kennis kunnen we indicatoren aanbieden voor het beoordelen van weerbaarheid en veerkracht van de bodem, en maatregelen voorstellen voor het verbeteren van de bodemkwaliteit.
Relevantie/ValorisatieDit onderzoek investeert in het ontwikkelen van indicatoren en beheersmaatregelen die de landbouwer en het beleid kunnen toepassen. Een weerbare en veerkrachtige bodem is een meerwaarde voor de landbouwer naar bedrijfszekerheid en gewaskwaliteit. Deze maatregelen besteden ook aandacht aan de uitdagingen voor landbouwbodems, zoals optimale C-opslag en lagere P-uitloging, en leiden tot nieuwe inzichten voor het beheer van landbouwbodems, wat enkel ten goede komt voor de landbouw. Dit sluit ook aan bij het beleid rond de klimaatverandering: opslag van C in de bodem (klimaatmitigatie) en de bodem weerbaarder maken (klimaatadaptatie) zijn belangrijke uitdagingen.