Algemeen kaderHoe kunnen we het welzijn van (Europese) melkkoeien op het niveau van het individuele dier in kaart brengen door bestaande registers en metingen op het bedrijf selectief te herwerken tot een betrouwbare indicator voor welzijn op epidemiologische schaal? Deze onderzoeksstudie in opdracht van de Europese Unie wordt door een groot aantal Europese partners uitgevoerd, waaronder ILVO. Het is de bedoeling een correcte vergelijking te maken tussen diergebonden metingen, tussen landen, tussen regio’s en tussen productiesystemen. Dier-gebonden metingen worden langzaam maar zeker geïntroduceerd in de EU wetgeving. De richtlijn voor vleeskippen (Council Directive 2007/43/EC1) en de richtlijn voor het slachten van dieren (Council Regulation EC No 1099/20092) waren de eerste richtlijnen waarin deze gebruikt werden. De EU strategie voor de bescherming en welzijn van dieren (2012-2015) voorziet een nieuwe EU wetgeving waarbij wetenschappelijk gevalideerde dier-gebonden metingen opgenomen zijn.
OnderzoeksaanpakElke partner is verantwoordelijk voor een specifiek deel van het project. De eerste stap is het inventariseren van de grootste welzijnsproblemen bij melkvee. Dit zal in termen van prevalentie en impact op het dier uitgedrukt worden. Vervolgens kunnen de dier-gebonden metingen die deze problemen meten geïdentificeerd worden. We gaan bij voorkeur op zoek naar relevante metingen die op heden reeds verzameld worden in het veld. Het resultaat is een set dier-gebonden metingen waarmee de meest relevante epidemiologische welzijnsparameters worden gecoverd. De selectie wordt geëvalueerd op validiteit ( inclusief specificiteit), reproduceerbaarheid en herhaalbaarheid. De onderzoekspartners bekijken op welke wijze en of de diergebonden metingen onderling, per land, regio en productiesysteem vergeleken kunnen worden. Vervolgens leidt ILVO de ‘pilot’ test waarbij de data samengevoegd en ingevoerd worden in het EFSA Data Verzamel Platform.
Relevantie/ValorisatieMet dit project worden de eerste stappen gezet in de richting van het implementeren van diergebonden metingen van het welzijn van melkkoeien in Europese richtlijnen. Dit door in kaart te brengen welke metingen routinematig verzameld worden en welke de grootste welzijnsproblemen onder melkvee aantonen. De onderzoeksaanpak garandeert dat de validiteit en praktische haalbaarheid van verschillende betrokken dier-gebonden metingen gaan verhogen. Wellicht zullen ook (nieuwe) relevante dier-gebonden metingen die nog niet routinematig verzameld worden maar wel relevant zijn om welzijn te monitoren aangedragen worden.
Externe partner(s)
Istituto Zooprofalittico Sperimentale della Lombardia e dell'Emilia Romagna "Bruno Ubertini"
Istituto Zooprofilattico Sperimentale dell' Abruzzo e del Molise "G. Caporale"
KOBENHAVNS UNIVERSITET
National Institute for Agronomic Research
Swedish Institute of Agricultural and Environmental Engineering