Uittreksel
Berengeur is een afwijkende geur die men kan waarnemen wanneer men vet of vlees van sommige intacte beren verhit en wordt voornamelijk veroorzaakt door skatol en androstenon. Berengeur kan voorkomen worden door de biggen te castreren. Dit gebeurde tot voor kort in de meeste landen zonder verdoving of pijnbestrijding. Deze ingreep is echter pijnlijk en stresserend voor de biggen. Daarom zoekt men naar alternatieven om de productie van beren(vlees) mogelijk te maken. De belangrijkste voorwaarden om dit doel te bereiken zijn de reductie of eliminatie van berengeur en de detectie van berengeur aan de slachtlijn.
In dit onderzoek werd berengeur geëvalueerd aan de hand van verschillende detectiemethoden. Berengeurprevalentie varieerde sterk volgens de gebruikte methode en correlaties tussen de methoden waren eerder laag. Het effect van verschillende managementmaatregelen om berengeur te reduceren werd eveneens onderzocht. Aanpassing van de voeding en verbeteren van de hygiënestatus van de dieren hadden geen of slechts beperkte invloed op berengeur. Berengeurprevalentie varieerde wel afhankelijk van ras (Piétrain, Large White en Belgisch Landras Stress Negatief) en slachtgewicht (50, 70, 90 en 110 kg). De effectiviteit van berengeurreductie door verlagen van het slachtgewicht blijkt rasafhankelijk te zijn. Evaluatie van vleeskwaliteit van bargen, immunocastraten en intacte beren geeft aan dat niet enkel berengeur, maar ook het waterhoudend vermogen en de malsheid beïnvloed kunnen worden door alternatieven voor onverdoofde castratie.
Een belangrijke struikelblok in het onderzoek en de omschakeling naar intacte beren is een juiste kijk op de berengeurproblematiek. Verder onderzoek naar een correcte inschatting van berengeur op consumentenniveau en de daarbij horende grenswaarden is dan ook essentieel.
In dit onderzoek werd berengeur geëvalueerd aan de hand van verschillende detectiemethoden. Berengeurprevalentie varieerde sterk volgens de gebruikte methode en correlaties tussen de methoden waren eerder laag. Het effect van verschillende managementmaatregelen om berengeur te reduceren werd eveneens onderzocht. Aanpassing van de voeding en verbeteren van de hygiënestatus van de dieren hadden geen of slechts beperkte invloed op berengeur. Berengeurprevalentie varieerde wel afhankelijk van ras (Piétrain, Large White en Belgisch Landras Stress Negatief) en slachtgewicht (50, 70, 90 en 110 kg). De effectiviteit van berengeurreductie door verlagen van het slachtgewicht blijkt rasafhankelijk te zijn. Evaluatie van vleeskwaliteit van bargen, immunocastraten en intacte beren geeft aan dat niet enkel berengeur, maar ook het waterhoudend vermogen en de malsheid beïnvloed kunnen worden door alternatieven voor onverdoofde castratie.
Een belangrijke struikelblok in het onderzoek en de omschakeling naar intacte beren is een juiste kijk op de berengeurproblematiek. Verder onderzoek naar een correcte inschatting van berengeur op consumentenniveau en de daarbij horende grenswaarden is dan ook essentieel.
Oorspronkelijke taal | Engels |
---|---|
Uitgever | |
ISBN’s in drukversie | 978-90-5989-514-0 |
Publicatiestatus | Gepubliceerd - 6-apr.-2012 |