Projecten per jaar
Uittreksel
De rundveehouderij en zeker de vleesproductie wordt steeds vaker bekritiseerd omwille van de hoge belasting van het milieu inclusief de bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Als sector is het belangrijk om enerzijds over correcte cijfers te beschikken en anderzijds mogelijkheden te onderzoeken om de uitstoot te verlagen. Het ILVO onderzoek combineert beide zaken en tracht concreet de rundveehouderij duurzamer te maken door de methaanemissie te reduceren via voedertechnische ingrepen (via verbeterde en haalbare voederstrategieën), zonder de eindproductiewaarde uit het oog te verliezen. Tijdens een recent afgesloten Europees project (www.SMEthane.be) werd een onderzoeksplatform opgericht met als doel om (plantaardige) additieven uit te testen op hun methaanreducerend vermogen. ILVO stond in voor het uitvoeren van een deel van de in vivo proeven. Bij dit platform waren vijf Europese onderzoeksinstellingen betrokken: CSIC (Spanje), ILVO, INRA (Frankrijk), University of Aberystwyth (Wales) en UGent (LANUPRO).
Het in vivo methaanonderzoek wordt uitgevoerd in de zes gasuitwisselingskamers (GUK’s) van ILVO. In deze kamers kunnen op een accurate manier de emissies van methaan, koolstofdioxide, lachgas en ammoniak gemeten worden. Het meetprincipe is vrij eenvoudig. De gemeten gasconcentratie van de uitgaande lucht wordt verminderd met de gemeten concentratie van de ingaande lucht en vermenigvuldigd met het luchtdebiet. De GUK’s zijn diervriendelijk en comfortabel ingericht. De dieren kunnen makkelijk gevoederd worden en de mest en urine kunnen apart gecollecteerd worden. De dieren worden continue gemonitord.
Elke proef start(te) met een adaptatieperiode van een maand zodat de dieren en de pensflora zich aan het rantsoen kunnen aanpassen. Dit wordt gevolgd door een controle periode van twee weken en een behandelingsperiode (testrantsoen) van zes weken waarbij de voederopname beperkt wordt tot 95% van de ad libitum opname. Dit om resten te vermijden en de opname van het additief, dat ingemengd was in het krachtvoeder, te garanderen. Om de twee weken verblijven de dieren van maandagmiddag tot vrijdagmorgen in de GUK’s, maar de metingen starten vanaf dinsdagmorgen. De uren ervoor worden als gewenningsperiode beschouwd. Tijdens de proef wordt ook de gewichtsverandering, de voederopname en de wateropname geregistreerd. Verder kan ook een nutriëntenbalans opgemaakt worden.
Tijdens het SMEthane project hebben er 18 Belgisch Witblauwe vaarzen in de kamers verbleven. Voor het vleesvee was men geïnteresseerd in het effect van de additieven tijdens de afmestfase, daarom werden de dieren gevoederd met een typisch afmestrantsoen (50% maiskuil en 50% krachtvoeder).
De belangrijkste vaststelling van dit onderzoek was dat de additieven die qua methaanreductie veel belovend waren zowel bij laboratoriumproeven als bij schapen, niet effectief genoeg bleken bij in vivo metingen bij vleesvee. Slechts één van de vijf onderzochte additieven vertoonde potentieel.
Verder onderzoek is zeker nodig om de methaanuitstoot van vleesvee te beperken, niet in het minst om een gefundeerd antwoord te bieden aan de toenemende publieke druk om de gevolgen van vleesproductie voor het milieu te beperken.
Het in vivo methaanonderzoek wordt uitgevoerd in de zes gasuitwisselingskamers (GUK’s) van ILVO. In deze kamers kunnen op een accurate manier de emissies van methaan, koolstofdioxide, lachgas en ammoniak gemeten worden. Het meetprincipe is vrij eenvoudig. De gemeten gasconcentratie van de uitgaande lucht wordt verminderd met de gemeten concentratie van de ingaande lucht en vermenigvuldigd met het luchtdebiet. De GUK’s zijn diervriendelijk en comfortabel ingericht. De dieren kunnen makkelijk gevoederd worden en de mest en urine kunnen apart gecollecteerd worden. De dieren worden continue gemonitord.
Elke proef start(te) met een adaptatieperiode van een maand zodat de dieren en de pensflora zich aan het rantsoen kunnen aanpassen. Dit wordt gevolgd door een controle periode van twee weken en een behandelingsperiode (testrantsoen) van zes weken waarbij de voederopname beperkt wordt tot 95% van de ad libitum opname. Dit om resten te vermijden en de opname van het additief, dat ingemengd was in het krachtvoeder, te garanderen. Om de twee weken verblijven de dieren van maandagmiddag tot vrijdagmorgen in de GUK’s, maar de metingen starten vanaf dinsdagmorgen. De uren ervoor worden als gewenningsperiode beschouwd. Tijdens de proef wordt ook de gewichtsverandering, de voederopname en de wateropname geregistreerd. Verder kan ook een nutriëntenbalans opgemaakt worden.
Tijdens het SMEthane project hebben er 18 Belgisch Witblauwe vaarzen in de kamers verbleven. Voor het vleesvee was men geïnteresseerd in het effect van de additieven tijdens de afmestfase, daarom werden de dieren gevoederd met een typisch afmestrantsoen (50% maiskuil en 50% krachtvoeder).
De belangrijkste vaststelling van dit onderzoek was dat de additieven die qua methaanreductie veel belovend waren zowel bij laboratoriumproeven als bij schapen, niet effectief genoeg bleken bij in vivo metingen bij vleesvee. Slechts één van de vijf onderzochte additieven vertoonde potentieel.
Verder onderzoek is zeker nodig om de methaanuitstoot van vleesvee te beperken, niet in het minst om een gefundeerd antwoord te bieden aan de toenemende publieke druk om de gevolgen van vleesproductie voor het milieu te beperken.
Oorspronkelijke taal | Nederlands |
---|---|
Tijdschrift | Management & Techniek |
Exemplaarnummer | 9 |
Pagina's (van-tot) | 23 |
Aantal pagina’s | 1 |
Publicatiestatus | Gepubliceerd - 3-mei-2013 |
Projecten
- 1 Actief
-
RUNDEMI: Methaanuitstoot van rundvee in Vlaanderen en mogelijkheden om de methaanuitstoot te verminderen.
Peiren, N. (Onderzoeker), De Campeneere, S. (Projectverantwoordelijke) & Vandaele, L. (Onderzoeker)
1/01/10 → …
Project: Onderzoek