Uittreksel
Lokaal geteelde soja wordt vaak gezien als mogelijk alternatief voor geïmporteerde soja. Het Instituut voor Landbouw, Visserij en voedingsonderzoek (ILVO) bestudeert reeds enkele jaren het potentieel van een Vlaamse sojateelt. In het kader van een vierjarig VLAIO landbouwtraject (2013-2017) werd samen met projectpartners KULeuven campus Geel en Inagro heel wat kennis verzameld op het vlak van rassenkeuze, gewasbescherming en teelttechniek. Een doorslaggevende factor voor een landbouwer om te kiezen voor soja is echter ook het economische aspect van deze teelt. In deze ILVO mededeling analyseren we daarom met behulp van een rekenmodel, of soja op een rendabele manier kan worden ingepast in het teeltplan van Vlaamse landbouwbedrijven. We focussen hierbij op de teelt van droge sojabonen, die tot humane voeding of diervoeding kunnen worden verwerkt.
De resultaten geven aan dat het vanuit economisch oogpunt interessant kan zijn voor een aantal landbouwbedrijven om soja op te nemen in het teeltplan. Dit is echter vooralsnog niet het geval voor alle bedrijven. Bij een opbrengst van 3 ton per ha en een prijs van 500 euro per ton, wat aansluit bij de actuele situatie, zou sojateelt vanuit economisch oogpunt interessant zijn op minder dan 1% van de oppervlakte bouwland in Vlaanderen. Beschouwen we een toekomstscenario, dan zien we dat wanneer een opbrengst van 4,5 ton per ha zou kunnen worden gehaald en een prijs van 450 euro per ton, dit percentage zou stijgen naar 8%. Soja zou daarmee het zesde belangrijkste akkerbouwgewas kunnen worden en interessant zijn op ongeveer 60% van de Vlaamse landbouwbedrijven met bouwland. De haalbaarheid verschilt van streek tot
streek. Hierbij moet rekening worden gehouden dat de opbrengsten op lichtere gronden wellicht lager zullen zijn dan op zwaardere gronden. Uit de analyse blijkt dat graangewassen in eerste instantie in aanmerking komen om plaats te ruimen voor soja.
De resultaten geven aan dat het vanuit economisch oogpunt interessant kan zijn voor een aantal landbouwbedrijven om soja op te nemen in het teeltplan. Dit is echter vooralsnog niet het geval voor alle bedrijven. Bij een opbrengst van 3 ton per ha en een prijs van 500 euro per ton, wat aansluit bij de actuele situatie, zou sojateelt vanuit economisch oogpunt interessant zijn op minder dan 1% van de oppervlakte bouwland in Vlaanderen. Beschouwen we een toekomstscenario, dan zien we dat wanneer een opbrengst van 4,5 ton per ha zou kunnen worden gehaald en een prijs van 450 euro per ton, dit percentage zou stijgen naar 8%. Soja zou daarmee het zesde belangrijkste akkerbouwgewas kunnen worden en interessant zijn op ongeveer 60% van de Vlaamse landbouwbedrijven met bouwland. De haalbaarheid verschilt van streek tot
streek. Hierbij moet rekening worden gehouden dat de opbrengsten op lichtere gronden wellicht lager zullen zijn dan op zwaardere gronden. Uit de analyse blijkt dat graangewassen in eerste instantie in aanmerking komen om plaats te ruimen voor soja.
Oorspronkelijke taal | Nederlands |
---|
Plaats productie | Merelbeke |
---|---|
Uitgeverij | Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek |
Volume | 242 |
Aantal pagina’s | 38 |
Publicatiestatus | Gepubliceerd - mrt.-2018 |
Trefwoorden
- B390-plantenteelt
- rendabiliteit
- soja
- Vlaanderen