Uittreksel
De garnalenvisserij in de Noordzee wordt uitgeoefend door meer dan 500 vaartuigen. Het epicentrum van deze visserij situeert zich in de Waddenzee. Jaarlijks worden gemakkelijk 35.000.000 kilogram garnalen aangevoerd door hoofdzakelijk Nederlandse, Duitse, Deense, Belgische en Engelse garnalenkotters. De visserij dankt haar succes aan de niet aflatende vraag naar de kleine delicatesse.
Niettegenstaande kampt de garnalenvisserij vandaag met enkele belangrijke problemen. Zo is er de ongewenste bijvangst van grote hoeveelheden commerciële en niet-commerciële vissen, te kleine garnalen en andere mariene organismen. Dit is een gevolg van de povere selectieve eigenschappen
van de fijnmazige boomkornetten. Bovendien is de overlevingskans van deze teruggegooide dieren vaak erg klein. Het feit dat de visserij doorgaat in kwetsbare kustgebieden en estuaria (zoals de Waddenzee), broedkamers voor vele diersoorten, vergroot dit probleem. Ook het contact tussen het gesleepte vistuig en de zeebodem roept bij sommigen vragen op. Deze milieu-impact stelt de garnalenvisserij steeds vaker in een slecht daglicht.
Het verbeteren van de selectiviteit en het reduceren van het bodemcontact in de garnalenvisserij heeft dan ook niets dan voordelen. Minder teruggooi leidt tot gezondere visbestanden. Dit is zowel vanuit ecologisch als economisch perspectief erg belangrijk. Een gezond marien milieu is nog altijd de beste
garantie op een succesvolle visserij. De verduurzaming van de garnalenvisserij kan ook bijdragen tot het bekomen van een ecologisch label, wat de concurrentiepositie en het imago van deze visserij kan verbeteren
In het kader van de bovenstaande problematiek ondernam de afdeling Technisch Visserijonderzoek van het ILVO testen met een alternatief type garnalenvistuig dat selectiviteit en vermindering van de milieu-impact nastreeft. Het uitgangspunt bestaat erin om de zware klossenpees te vervangen door
elektroden, om op die manier elektrische pulsering aan te wenden als stimuleringsalternatief. De HOVERCRAN is een aangepaste garnalenboomkor waarin de zware klossenpees verwijderd en vervangen wordt door 12 lichte elektroden. Deze elektroden wekken een specifiek elektrisch veld op
dicht bij de zeebodem. Hierdoor springen garnalen op uit het zand en blijven andere dieren vrijwel onaangeroerd op de zeebodem. Bovendien bevindt het net zich hoger in de waterkolom, waardoor het als het ware zweeft over de zeebodem en er dus amper bodemcontact is. Niet-doelsoorten kunnen
ontsnappen onder het net.
Het opwekken van een geschikt elektrisch veld in zeewater vereist aangepaste apparatuur. Het belangrijkste onderdeel is de pulsgenerator die gelijkstroom omvormt tot laagfrequente gelijkstroompulsen en deze doorgeeft aan de elektroden in het net. Deze generator is bevestigd op het vistuig en wordt gevoed via een kabel afkomstig van het schip. Het vieren en halen van deze
voedingskabel gebeurt door middel van een speciaal ontworpen winch.
Het behoud van commerciële vangsthoeveelheden en de reductie van de teruggooi en het bodemcontact zijn de doorslaggevende criteria in de evaluatie van de HOVERCRAN. Uitgebreid testen van het prototype, door rechtstreekse vangstvergelijking met een standaard garnaalboomkor, bracht belangrijke en hoopvolle resultaten aan het licht. Eerst en vooral kan worden aangetoond dat
met de nieuwe techniek minstens evenveel garnaal kan gevangen worden als met een traditioneel net, en dat terwijl het bodemcontact met ongeveer 76% gereduceerd wordt.
Ook wat de bijvangst betreft is er een duidelijke verbetering zichtbaar. Een gemiddelde reductie van 35% in volume is een belangrijke stap voorwaarts inzake de teruggooiproblematiek in de garnaalvisserij.
Vooral tijdens de experimenten op O 191, maar ook aan boord van TX 25 werden een groot aantal vernieuwende vistuigontwerpen geconstrueerd en getest. Zowel het net, de onderpees, de elektroden als de klossenpees werden onder verschillende vormen op zee uitgetest. Heel wat van die ontwerpen
droegen bij aan de doelstellingen van het project, maar slechts weinig prototypes voldeden aan de noden van de praktische en commerciële haalbaarheid. Tijdens de commerciële garnalenvisserij zijn de omstandigheden op zee dan ook totaal verschillend van de laboratoriumomstandigheden en de
theoretische veronderstellingen. Uiteindelijk heeft dit project wel geleid tot een nieuw type vistuig dat voldoet aan de eisen van een selectieve en minder milieubelastende garnalenvisserij en dat aanvaardbaar is voor de visserman naar praktische werkbaarheid en commerciële vangst.
In dit project werd aangetoond dat de toepassing van de pulstechniek in de garnalenvisserij, afhankelijk van de praktische uitvoering, tot een aanzienlijke meervangst van commerciële garnalen kan leiden. In de experimentele situatie waarbij het pulssysteem bovenop een conventioneel tuig met een standaard klossenpees geplaatst wordt, kan deze meervangst oplopen tot 50 %. Ter illustratie: In dit extreme geval zouden 2 vaartuigen met elk een set van dergelijke combinatievistuigen (conventioneel vistuig met traditionele klossenpees en puls) even efficiënt zijn als 3 vaartuigen met louter conventionele tuigen. Men moet echter nuanceren dat hier enkel sprake van is wanneer het water helder is en het traditionele vistuig dus minder efficiënt presteert. Tevens is het praktisch gezien niet opportuun om met een dergelijk combinatievistuig de commerciële visserij uit te oefenen, daarvoor is de slijtage aan de elektroden te hoog. Het is duidelijk dat enkel een rechthoekig net met
rechte onderpees en aangepaste klossenpees toelaat om de pulstechniek op een praktische manier toe te passen. Met de introductie van een alternatief en lichter vistuig met aanzienlijk minder bodemcontact (ca. 76 % minder voor het pulsvistuig zonder klossen (O 191) en ca. 50 % minder voor de eindconfiguratie aan boord van TX 25 met 10 klossen) wordt de discussie omtrent de bodemberoering ongetwijfeld gecompliceerder. Dit project heeft zeer duidelijk aangetoond dat met het pulsvistuig zonder klossen toch een rendabele garnalenvisserij kan worden uitgeoefend in bepaalde gebieden. Op ruwere en meer oneffen visgronden dient er evenwel een tussenoplossing gevonden te worden in de vorm van een aangepaste klossenpees (zie bijvoorbeeld de TX 25 eindconfiguratie) of een alternatief voor de klossen om het net heelhuids over de oneffenheden te trekken om zo averij en gevaarlijke situaties te vermijden.
Niettegenstaande kampt de garnalenvisserij vandaag met enkele belangrijke problemen. Zo is er de ongewenste bijvangst van grote hoeveelheden commerciële en niet-commerciële vissen, te kleine garnalen en andere mariene organismen. Dit is een gevolg van de povere selectieve eigenschappen
van de fijnmazige boomkornetten. Bovendien is de overlevingskans van deze teruggegooide dieren vaak erg klein. Het feit dat de visserij doorgaat in kwetsbare kustgebieden en estuaria (zoals de Waddenzee), broedkamers voor vele diersoorten, vergroot dit probleem. Ook het contact tussen het gesleepte vistuig en de zeebodem roept bij sommigen vragen op. Deze milieu-impact stelt de garnalenvisserij steeds vaker in een slecht daglicht.
Het verbeteren van de selectiviteit en het reduceren van het bodemcontact in de garnalenvisserij heeft dan ook niets dan voordelen. Minder teruggooi leidt tot gezondere visbestanden. Dit is zowel vanuit ecologisch als economisch perspectief erg belangrijk. Een gezond marien milieu is nog altijd de beste
garantie op een succesvolle visserij. De verduurzaming van de garnalenvisserij kan ook bijdragen tot het bekomen van een ecologisch label, wat de concurrentiepositie en het imago van deze visserij kan verbeteren
In het kader van de bovenstaande problematiek ondernam de afdeling Technisch Visserijonderzoek van het ILVO testen met een alternatief type garnalenvistuig dat selectiviteit en vermindering van de milieu-impact nastreeft. Het uitgangspunt bestaat erin om de zware klossenpees te vervangen door
elektroden, om op die manier elektrische pulsering aan te wenden als stimuleringsalternatief. De HOVERCRAN is een aangepaste garnalenboomkor waarin de zware klossenpees verwijderd en vervangen wordt door 12 lichte elektroden. Deze elektroden wekken een specifiek elektrisch veld op
dicht bij de zeebodem. Hierdoor springen garnalen op uit het zand en blijven andere dieren vrijwel onaangeroerd op de zeebodem. Bovendien bevindt het net zich hoger in de waterkolom, waardoor het als het ware zweeft over de zeebodem en er dus amper bodemcontact is. Niet-doelsoorten kunnen
ontsnappen onder het net.
Het opwekken van een geschikt elektrisch veld in zeewater vereist aangepaste apparatuur. Het belangrijkste onderdeel is de pulsgenerator die gelijkstroom omvormt tot laagfrequente gelijkstroompulsen en deze doorgeeft aan de elektroden in het net. Deze generator is bevestigd op het vistuig en wordt gevoed via een kabel afkomstig van het schip. Het vieren en halen van deze
voedingskabel gebeurt door middel van een speciaal ontworpen winch.
Het behoud van commerciële vangsthoeveelheden en de reductie van de teruggooi en het bodemcontact zijn de doorslaggevende criteria in de evaluatie van de HOVERCRAN. Uitgebreid testen van het prototype, door rechtstreekse vangstvergelijking met een standaard garnaalboomkor, bracht belangrijke en hoopvolle resultaten aan het licht. Eerst en vooral kan worden aangetoond dat
met de nieuwe techniek minstens evenveel garnaal kan gevangen worden als met een traditioneel net, en dat terwijl het bodemcontact met ongeveer 76% gereduceerd wordt.
Ook wat de bijvangst betreft is er een duidelijke verbetering zichtbaar. Een gemiddelde reductie van 35% in volume is een belangrijke stap voorwaarts inzake de teruggooiproblematiek in de garnaalvisserij.
Vooral tijdens de experimenten op O 191, maar ook aan boord van TX 25 werden een groot aantal vernieuwende vistuigontwerpen geconstrueerd en getest. Zowel het net, de onderpees, de elektroden als de klossenpees werden onder verschillende vormen op zee uitgetest. Heel wat van die ontwerpen
droegen bij aan de doelstellingen van het project, maar slechts weinig prototypes voldeden aan de noden van de praktische en commerciële haalbaarheid. Tijdens de commerciële garnalenvisserij zijn de omstandigheden op zee dan ook totaal verschillend van de laboratoriumomstandigheden en de
theoretische veronderstellingen. Uiteindelijk heeft dit project wel geleid tot een nieuw type vistuig dat voldoet aan de eisen van een selectieve en minder milieubelastende garnalenvisserij en dat aanvaardbaar is voor de visserman naar praktische werkbaarheid en commerciële vangst.
In dit project werd aangetoond dat de toepassing van de pulstechniek in de garnalenvisserij, afhankelijk van de praktische uitvoering, tot een aanzienlijke meervangst van commerciële garnalen kan leiden. In de experimentele situatie waarbij het pulssysteem bovenop een conventioneel tuig met een standaard klossenpees geplaatst wordt, kan deze meervangst oplopen tot 50 %. Ter illustratie: In dit extreme geval zouden 2 vaartuigen met elk een set van dergelijke combinatievistuigen (conventioneel vistuig met traditionele klossenpees en puls) even efficiënt zijn als 3 vaartuigen met louter conventionele tuigen. Men moet echter nuanceren dat hier enkel sprake van is wanneer het water helder is en het traditionele vistuig dus minder efficiënt presteert. Tevens is het praktisch gezien niet opportuun om met een dergelijk combinatievistuig de commerciële visserij uit te oefenen, daarvoor is de slijtage aan de elektroden te hoog. Het is duidelijk dat enkel een rechthoekig net met
rechte onderpees en aangepaste klossenpees toelaat om de pulstechniek op een praktische manier toe te passen. Met de introductie van een alternatief en lichter vistuig met aanzienlijk minder bodemcontact (ca. 76 % minder voor het pulsvistuig zonder klossen (O 191) en ca. 50 % minder voor de eindconfiguratie aan boord van TX 25 met 10 klossen) wordt de discussie omtrent de bodemberoering ongetwijfeld gecompliceerder. Dit project heeft zeer duidelijk aangetoond dat met het pulsvistuig zonder klossen toch een rendabele garnalenvisserij kan worden uitgeoefend in bepaalde gebieden. Op ruwere en meer oneffen visgronden dient er evenwel een tussenoplossing gevonden te worden in de vorm van een aangepaste klossenpees (zie bijvoorbeeld de TX 25 eindconfiguratie) of een alternatief voor de klossen om het net heelhuids over de oneffenheden te trekken om zo averij en gevaarlijke situaties te vermijden.
Oorspronkelijke taal | Nederlands |
---|
Uitgeverij | Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek |
---|---|
Aantal pagina’s | 102 |
Publicatiestatus | Gepubliceerd - okt.-2012 |
Publicatie series
Naam | ILVO mededelingen |
---|---|
Uitgeverij | ILVO |
Nr. | 116 |
ISSN van elektronische versie | 1784-3197 |